Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 44

Psalmen

Index

Hoofdstuk 45

1

 

 Een onderwijzing, een lied der liefde, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach, op Schoschannim. Mijn hart geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers. 

 

 


2

 

 Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid. 

 

 


3

 

 Gord Uw zwaard aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. 

 

 


4

 

 En rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren. 

 

 


5

 

 Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen in het hart van des Konings vijanden. 

 

 


6

 

 Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. 

 

 


7

 

 Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. 

 

 


8

 

 Al Uw klederen zijn mirre, en aloe, en kassie; uit de elpenbenen paleizen, van waar zij U verblijden. 

 

 


9

 

 Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke staatsdochteren; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir. 

 

 


10

 

 Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. 

 

 


11

 

 Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder. 

 

 


12

 

 En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken. 

 

 


13

 

 Des Konings Dochter is geheel verheerlijkt inwendig; haar kleding is van gouden borduursel. 

 

 


14

 

 In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden. 

 

 


15

 

 Zij zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan in des Konings paleis. 

 

 


16

 

 In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten over de ganse aarde. 

 

 


17

 

 Ik zal Uws Naams doen gedenken van elk geslacht tot geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos.  

 

 


Psalmen 46

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: