Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 5

Psalmen

Index

Hoofdstuk 6

1

 

 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith. O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid! 

 

 


2

 

 Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt. 

 

 


3

 

 Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange? 

 

 


4

 

 Keer weder, HEERE, red mijn ziel; verlos mij, om Uwer goedertierenheid wil. 

 

 


5

 

 Want in de dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf? 

 

 


6

 

 Ik ben moede van mijn zuchten; ik doe mijn bed den gansen nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met mijn tranen. 

 

 


7

 

 Mijn oog is doorknaagd van verdriet, is veroud, vanwege al mijn tegenpartijders. 

 

 


8

 

 Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord. 

 

 


9

 

 De HEERE heeft mijn smeking gehoord; de HEERE zal mijn gebed aannemen. 

 

 


10

 

 Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden.  

 

 


Psalmen 7

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: